Posttraumatische stressstoornis. Dat is de betekenis van afkorting PTSS. Maar hoe voelt dat nu? Hoe ziet een dag met PTSS eruit. Hoe leg je dat uit. De buitenwereld ziet het niet altijd. Ziet wellicht een doodnormaal persoon op een doodnormale dag. Maar alles zit binnenin. In het hoofd van die persoon. Een persoon zoals ik.
Een doodnormale maandag. Mijn man is al naar zijn werk. Ik word wakker door mijn wekker of ik word weer eens wakker voor mijn wekker. Oh ja shit, ik moet weer werken. Ik moet weer naar dé plek. De gedachtes malen weer door mijn hoofd. Afleiding, wacht. En ik pak mijn mobiel. Scroll door mijn openstaande berichten, door mijn tijdlijn en krijg weer ideetjes voor een fotoshoot. Pinterest doorscrollen. Kijk op Wish om bijpassende artikelen. Yes, ik ben goed bezig. Afleiding zoeken met iets wat ik leuk vind. En ik heb weer wat klaar staan qua kleding voor mezelf in plaats van voor de kinderen, die al genoeg hebben. Oh shit, het is al een half uur verder! Snel eruit!
Ik spring uit mijn bed en loop naar de kamer van de kinderen. Doe het licht aan en haal alvast brood uit de vriezer. Roep dat ze wakker moeten worden. Ik ga naar de wc en kleed mij daarna snel aan. Ik loop terug naar de kamer waar de kinderen nog niet uit bed zijn. Mijn bloed begint al langzaam te koken. Nu met iets strengere toon beveel ik ze uit bed te komen. Ik moet weer afleiding. Anders ontplof ik. Ik pak weer mijn telefoon en drink mijn bak koffie.
De oudste komt de kamer half aangekleed binnen lopen en wilt al meteen op de bank neerploffen. Langzaam begint mijn bloed weer te koken. "Wat ben je nou aan het doen? Je hebt geen sokken aan en je weet wat je moet doen. Ga je sokken aandoen en je eten maken!"
Onze oudste zoon heeft ADHD en Autisme. Hij vind het lastig om taken uit te voeren. Al helemaal als ik twee taken tegelijk geef. Dit weet ik, maar omdat ik geïrriteerd ben, heb ik niet door dat ik dit doe. Hij komt zonder boterham en zonder sokken de kamer in lopen. "Wat zei ik nou? Sokken aantrekken en je boterham maken!" Uiteraard had hij niks onthouden. Hij was naar de wc gegaan omdat hij nodig moest. Kan hij niks aan doen, maar ik.. Ik trek dit niet. Moet ik dan écht alles voorkauwen?!
Ondertussen is de jongste aan het spelen. Gelukkig is mijn moeder oppas op de maandag. Op woensdag word ik hier nog geïrriteerder van aangezien ik hem dan ook naar de gastouder moet brengen. Dan rent hij de slaapkamer terug in als ik hem wil aankleden. Eet hij zijn boterham niet en nou ja.. Doet hij alles wat iedere 2-jarige wel zal doen denk ik.
Ik stuur de oudste nogmaals naar de keuken. We hebben nog maar 10 minuten de tijd. Hij staat ondertussen in het Engels een hele gevechtsscene te houden in de keuken. "Schiet nou eens op! Je hebt nog 10 minuten!" Ik loop naar de keuken en hij kan meteen wel alles snel doen. Hij is altijd wel zo lief om een boterham en drinken voor zijn broer ook te maken. Ik heb mijn bak koffie op en zet hem op het aanrecht. Dan ga ik snel mijn eten en drinken inpakken en mijn tanden poetsen. In de tussentijd heeft hij dan wel zijn boterham opgegeten. Dat denk je dan. Nee ik kom terug en hij is nog niet klaar. "Schiet op! Nog maar 4 minuten!" Hij propt zijn boterham snel naar binnen. Ik stuur hem naar de keuken om zijn medicatie te nemen. Dit moet na het eten en zonder, dan krijg hij het weer te horen op school. Sneu, maar waar. Hij laat het aan mij zien dat hij het slikt. Dit is dan wel iets wat in zijn routine zit. Echt vaag.
Mijn moeder is onderhand al binnen en vermt zich om de jongste. Ook zorgt zij dat het drinken en eten voor school klaar is voor de oudste. Oh ja, en zijn gymkleding. Want dat vergeet ik de laatste tijd altijd.
10 minuten te laat eigenlijk, vertrekken we beiden uit de voordeur. Aan het einde van de straat geef ik hem snel een kus en wens hem veel plezier op school. Dan volgt het schuldgevoel. Ik heb alleen maar geschreeuwd naar hem en heb teveel op mijn telefoon gezeten. Waarom kan ik niet gewoon gezellig met ze samen eten? Wat is er mis met me?
Onderweg kom ik moeders tegen die ik ken. Ik zeg ze gedag alsof er niks aan de hand is. Met muziek in mijn oren is de wereld wel oké. Het is alsof ik in de videoclip zit. Ik voel mij fijn en zing een beetje mee. Ik stap in de tram en pak weer mijn telefoon. Verdwijn weer in die fantasie wereld vol foto's en teksten. Ik hou hiervan. Dit is fijn. Dan nader ik mijn eindhalte. Ik stap uit. De wereld is nog oké. Ik kijk om mij heen. Zie steeds meer mensen zoals hem. De haat komt steeds meer naar boven. De muziek verdwijnt op de achtergrond. Het ebt langzaam weg die mooie wereld. Ik ben ondertussen op mijn werk en wacht op mijn collega. Of ik ben weer eens te laat door al dat gekloot in de ochtend en klop op de deur. De muziek gaat uit. Ik begin mijn werkdag en praat mijzelf moed in. Oké, Aman dit is zo voorbij. Jij kan dit.
We openen de winkel en drinken samen een bak koffie. We hebben een gesprekje, lachen en mijn humeur word alweer wat beter. Ik ruim de hangers en retourtjes bij de kassa op en de winkel. De eerste klanten werk ik fijn af. Ik ben vrolijk. Dit gaat goed.
Na mijn eerste pauze gaat het ook nog wel. Alleen na mijn tweede pauze word het druk. De winkel loopt vol van alle moeders met schoolgaande kinderen. Ik hoor zijn taal. Wat zullen ze zeggen? Zullen ze het over mij hebben? Of over Nederlanders. En waarom kunnen zij hier zijn? Hun geld uitgeven. Terwijl ze helemaal niet werken. En dan die kinderen. Allemaal schattig nu, maar nog maar een paar jaar en dan overvallen ze mij ook. Wat is dit? Wat doe ik hier?
"Kassa!" roept er één geïrriteerd. Door mijn irritatie voel ik mij echt niet geroepen om direct naar de kassa te lopen. Ik maak af waarmee ik bezig ben en loop rustig naar de kassa. Ik ben geen slaaf.
Ik help de klant en kan voorlopig bij de kassa blijven staan, want er staat een rij. Ik werk de klanten met een neplach af. Acteren dat kan ik wel. Dat heb ik immers jaren beoefend. Dan als ik klaar ben denk ik na over mijn benadering. Soms merk ik aan mijn collega dat dit niet goed is geweest. Dan komen die schuldgevoelens weer. Die klanten kunnen hier ook niks aan doen. Waar ben je nu mee bezig? Je moet hier weg. Maar mijn collega's. Het is zo gezellig met hun. Dit kan ik niet. Niet hierom. Ik heb mijn plek net gevonden na jarenlang van de ene baan naar de andere en nu van de ene locatie naar de andere.
Ik ga weer verder. Dan is het eindelijk weer tijd om naar huis te gaan. Zelfde routine. Muziek aan, fantasie wereldje aan. Relaxmodus. Om thuis weer naar dezelfde routine als vanochtend te gaan. Boos worden van het niet luisteren. Frustratie van het niet begrepen te worden door mijn man als ik probeer in die telefoon, die fantasiewereld te gaan zitten om te voorkomen dat ik ga schreeuwen. Mijn man heeft ook PTSS. Hij kookt in de avond en de kinderen eten dat niet altijd op. En ondanks dat wij samen afgesproken hebben hier geen probleem van te maken. Door zijn PTSS irriteerd hij zich ook sneller en word hij boos. Begrijpelijk, maar omdat ik deze avond toch nog een beetje fijn wil afsluiten ga ik mij ermee bemoeien. Dit had ik niet moeten doen. Nu is de sfeer tussen ons ook naar. Vervolgens zit ik weer met schuldgevoelens omdat ik door mijn mond open te trekken de avond juist nog erger verpest heb.
Het is onderhand bedtijd voor de kinderen. Wat voelt dit klote. De kids zo naar bed te brengen. Terwijl ik ze een kus geef zeg ik nog snel "Slaap lekker lieverds. Hou van jullie" en ik krijg van beiden een antwoord terug "Slaap lekker mama hou van jou". Mijn hart breekt doormidden. Wat doet dit pijn! Ondanks al het geschreeuw. Al de woede, frustratie en verdriet. Ze vergeven het mij iedere keer. De schuldgevoelens worden zo immens. Dat ik bij mijn man niet meer boos kan doen. Dit moment heeft mij rustig gemaakt. Ik lig nog samen met mijn man in bed nadat wij de avond samen nog even televisie hebben gekeken en ik val in slaap. Met schuldgevoel en pijn. Want morgen.. Morgen is het dinsdag en dan moet ik weer werken.
Een doodnormale maandag. Mijn man is al naar zijn werk. Ik word wakker door mijn wekker of ik word weer eens wakker voor mijn wekker. Oh ja shit, ik moet weer werken. Ik moet weer naar dé plek. De gedachtes malen weer door mijn hoofd. Afleiding, wacht. En ik pak mijn mobiel. Scroll door mijn openstaande berichten, door mijn tijdlijn en krijg weer ideetjes voor een fotoshoot. Pinterest doorscrollen. Kijk op Wish om bijpassende artikelen. Yes, ik ben goed bezig. Afleiding zoeken met iets wat ik leuk vind. En ik heb weer wat klaar staan qua kleding voor mezelf in plaats van voor de kinderen, die al genoeg hebben. Oh shit, het is al een half uur verder! Snel eruit!
Ik spring uit mijn bed en loop naar de kamer van de kinderen. Doe het licht aan en haal alvast brood uit de vriezer. Roep dat ze wakker moeten worden. Ik ga naar de wc en kleed mij daarna snel aan. Ik loop terug naar de kamer waar de kinderen nog niet uit bed zijn. Mijn bloed begint al langzaam te koken. Nu met iets strengere toon beveel ik ze uit bed te komen. Ik moet weer afleiding. Anders ontplof ik. Ik pak weer mijn telefoon en drink mijn bak koffie.
De oudste komt de kamer half aangekleed binnen lopen en wilt al meteen op de bank neerploffen. Langzaam begint mijn bloed weer te koken. "Wat ben je nou aan het doen? Je hebt geen sokken aan en je weet wat je moet doen. Ga je sokken aandoen en je eten maken!"
Onze oudste zoon heeft ADHD en Autisme. Hij vind het lastig om taken uit te voeren. Al helemaal als ik twee taken tegelijk geef. Dit weet ik, maar omdat ik geïrriteerd ben, heb ik niet door dat ik dit doe. Hij komt zonder boterham en zonder sokken de kamer in lopen. "Wat zei ik nou? Sokken aantrekken en je boterham maken!" Uiteraard had hij niks onthouden. Hij was naar de wc gegaan omdat hij nodig moest. Kan hij niks aan doen, maar ik.. Ik trek dit niet. Moet ik dan écht alles voorkauwen?!
Ondertussen is de jongste aan het spelen. Gelukkig is mijn moeder oppas op de maandag. Op woensdag word ik hier nog geïrriteerder van aangezien ik hem dan ook naar de gastouder moet brengen. Dan rent hij de slaapkamer terug in als ik hem wil aankleden. Eet hij zijn boterham niet en nou ja.. Doet hij alles wat iedere 2-jarige wel zal doen denk ik.
Ik stuur de oudste nogmaals naar de keuken. We hebben nog maar 10 minuten de tijd. Hij staat ondertussen in het Engels een hele gevechtsscene te houden in de keuken. "Schiet nou eens op! Je hebt nog 10 minuten!" Ik loop naar de keuken en hij kan meteen wel alles snel doen. Hij is altijd wel zo lief om een boterham en drinken voor zijn broer ook te maken. Ik heb mijn bak koffie op en zet hem op het aanrecht. Dan ga ik snel mijn eten en drinken inpakken en mijn tanden poetsen. In de tussentijd heeft hij dan wel zijn boterham opgegeten. Dat denk je dan. Nee ik kom terug en hij is nog niet klaar. "Schiet op! Nog maar 4 minuten!" Hij propt zijn boterham snel naar binnen. Ik stuur hem naar de keuken om zijn medicatie te nemen. Dit moet na het eten en zonder, dan krijg hij het weer te horen op school. Sneu, maar waar. Hij laat het aan mij zien dat hij het slikt. Dit is dan wel iets wat in zijn routine zit. Echt vaag.
Mijn moeder is onderhand al binnen en vermt zich om de jongste. Ook zorgt zij dat het drinken en eten voor school klaar is voor de oudste. Oh ja, en zijn gymkleding. Want dat vergeet ik de laatste tijd altijd.
10 minuten te laat eigenlijk, vertrekken we beiden uit de voordeur. Aan het einde van de straat geef ik hem snel een kus en wens hem veel plezier op school. Dan volgt het schuldgevoel. Ik heb alleen maar geschreeuwd naar hem en heb teveel op mijn telefoon gezeten. Waarom kan ik niet gewoon gezellig met ze samen eten? Wat is er mis met me?
Onderweg kom ik moeders tegen die ik ken. Ik zeg ze gedag alsof er niks aan de hand is. Met muziek in mijn oren is de wereld wel oké. Het is alsof ik in de videoclip zit. Ik voel mij fijn en zing een beetje mee. Ik stap in de tram en pak weer mijn telefoon. Verdwijn weer in die fantasie wereld vol foto's en teksten. Ik hou hiervan. Dit is fijn. Dan nader ik mijn eindhalte. Ik stap uit. De wereld is nog oké. Ik kijk om mij heen. Zie steeds meer mensen zoals hem. De haat komt steeds meer naar boven. De muziek verdwijnt op de achtergrond. Het ebt langzaam weg die mooie wereld. Ik ben ondertussen op mijn werk en wacht op mijn collega. Of ik ben weer eens te laat door al dat gekloot in de ochtend en klop op de deur. De muziek gaat uit. Ik begin mijn werkdag en praat mijzelf moed in. Oké, Aman dit is zo voorbij. Jij kan dit.
We openen de winkel en drinken samen een bak koffie. We hebben een gesprekje, lachen en mijn humeur word alweer wat beter. Ik ruim de hangers en retourtjes bij de kassa op en de winkel. De eerste klanten werk ik fijn af. Ik ben vrolijk. Dit gaat goed.
Na mijn eerste pauze gaat het ook nog wel. Alleen na mijn tweede pauze word het druk. De winkel loopt vol van alle moeders met schoolgaande kinderen. Ik hoor zijn taal. Wat zullen ze zeggen? Zullen ze het over mij hebben? Of over Nederlanders. En waarom kunnen zij hier zijn? Hun geld uitgeven. Terwijl ze helemaal niet werken. En dan die kinderen. Allemaal schattig nu, maar nog maar een paar jaar en dan overvallen ze mij ook. Wat is dit? Wat doe ik hier?
"Kassa!" roept er één geïrriteerd. Door mijn irritatie voel ik mij echt niet geroepen om direct naar de kassa te lopen. Ik maak af waarmee ik bezig ben en loop rustig naar de kassa. Ik ben geen slaaf.
Ik help de klant en kan voorlopig bij de kassa blijven staan, want er staat een rij. Ik werk de klanten met een neplach af. Acteren dat kan ik wel. Dat heb ik immers jaren beoefend. Dan als ik klaar ben denk ik na over mijn benadering. Soms merk ik aan mijn collega dat dit niet goed is geweest. Dan komen die schuldgevoelens weer. Die klanten kunnen hier ook niks aan doen. Waar ben je nu mee bezig? Je moet hier weg. Maar mijn collega's. Het is zo gezellig met hun. Dit kan ik niet. Niet hierom. Ik heb mijn plek net gevonden na jarenlang van de ene baan naar de andere en nu van de ene locatie naar de andere.
Ik ga weer verder. Dan is het eindelijk weer tijd om naar huis te gaan. Zelfde routine. Muziek aan, fantasie wereldje aan. Relaxmodus. Om thuis weer naar dezelfde routine als vanochtend te gaan. Boos worden van het niet luisteren. Frustratie van het niet begrepen te worden door mijn man als ik probeer in die telefoon, die fantasiewereld te gaan zitten om te voorkomen dat ik ga schreeuwen. Mijn man heeft ook PTSS. Hij kookt in de avond en de kinderen eten dat niet altijd op. En ondanks dat wij samen afgesproken hebben hier geen probleem van te maken. Door zijn PTSS irriteerd hij zich ook sneller en word hij boos. Begrijpelijk, maar omdat ik deze avond toch nog een beetje fijn wil afsluiten ga ik mij ermee bemoeien. Dit had ik niet moeten doen. Nu is de sfeer tussen ons ook naar. Vervolgens zit ik weer met schuldgevoelens omdat ik door mijn mond open te trekken de avond juist nog erger verpest heb.
Het is onderhand bedtijd voor de kinderen. Wat voelt dit klote. De kids zo naar bed te brengen. Terwijl ik ze een kus geef zeg ik nog snel "Slaap lekker lieverds. Hou van jullie" en ik krijg van beiden een antwoord terug "Slaap lekker mama hou van jou". Mijn hart breekt doormidden. Wat doet dit pijn! Ondanks al het geschreeuw. Al de woede, frustratie en verdriet. Ze vergeven het mij iedere keer. De schuldgevoelens worden zo immens. Dat ik bij mijn man niet meer boos kan doen. Dit moment heeft mij rustig gemaakt. Ik lig nog samen met mijn man in bed nadat wij de avond samen nog even televisie hebben gekeken en ik val in slaap. Met schuldgevoel en pijn. Want morgen.. Morgen is het dinsdag en dan moet ik weer werken.
Fotografie door www.mimafotografie.nl |
Reacties
Een reactie posten